De flammkuchen (ook wel tarte flambée genoemd) is afkomstig uit de Elzas, het grensgebied tussen Frankrijk en Duitsland. Het begon allemaal bij de belangrijke Alsace bakkers. Zij gebruikten overgebleven deeg als proefdeeg om de temperatuur van de door hout gestookte broodoven te controleren. Zo wisten ze zeker dat het brood de volgende dag op de juiste temperatuur werd gebakken. Als de temperatuur te hoog was, kwamen ze daar gauw genoeg achter: dan vatte het deeg namelijk vlam. Hier komt de naam flammkuchen dan ook vandaan: brandende taart. Omdat men het zonde vond om de dunne, knapperige bodem weg te gooien, werd de bekende ‘Elzasser Flammkuchen’ met crème fraîche, uien en spek bedacht.

In dit recept passen we de traditionele topping aan met wat verrassende ingrediënten die goed samengaan met onze wijn van de maand: de Barros 10.

Flammkuchen met 4 kazen

Ingrediënten – voor 4 personen

7g droge gist (zakje)*

300 g bloem

1 tl zout

150 ml kraanwater

200 ml crème fraiche

1 ui

400 g kaas (Parmezaanse kaas, Goudse kaas, mozzarella, gorgonzola)

* Vind je het te veel moeite om je eigen deeg te maken? Dan kun je ook kiezen voor bladerdeeg, pizzadeeg of zelfs voor kleine wraps.

Meng in een kom de gist, bloem en het zout. Maak een kuiltje in het midden en schenk er het lauwwarme water in. Kneed tot een soepel deeg. Dek de kom af met een vochtige, schone theedoek en laat het deeg 1 uur rijzen.

Verwarm de oven voor op 250 °C. Rol het deeg met de deegroller op een met bakpapier beklede bakplaat uit tot een dikte van 1 cm. Meng de crème fraîche met peper en zout en verdeel dit mengsel over het deeg. Verdeel daarna de verschillende kazen over de flammkuchen.

Snijd de ui in ringen en bedek het deeg er gelijkmatig mee. Bak de flammkuchen ca. 15 min. in het midden van de oven.

 Bewaartip:

Je kunt de flammkuchen 1 dag van tevoren bereiden. Laat afkoelen tot kamertemperatuur en bewaar afgedekt in de koelkast. Verwarm 10 min. in een voorverwarmde oven op 210 °C. Je kunt de flammkuchen ook koud eten.

Een flammkuchen kun je ook als dessert maken. Kies dan voor een topping met bijvoorbeeld stoofpeertjes, pruimen en sorbetijs. Of ga voor een veganistische variant met bloemkool, zoete aardappel en groene asperges.